Participatie: in gesprek met de samenleving

Thema’s

participatie

Een participatietraject uitwerken en uitvoeren is niet de taak van een communicatieprofessional. Maar met een doordachte communicatiestrategie en communicatieaanpak kan je als communicatieprofessional wel aanzienlijk bijdragen aan een succesvol verloop van zo'n traject.

Waarom participatie?

Participatie betekent dat burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties invloed uitoefenen op plannen en besluiten van de overheid. Bijvoorbeeld doordat zij meedenken, meebepalen of zichzelf organiseren om met een maatschappelijk vraagstuk aan de slag te gaan.

Je kan om verschillende redenen een participatieproces organiseren.

Participatie maakt beleid beter

  • Burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties hebben unieke ervaringskennis over beleidskwesties, die waardevol kan zijn bij het maken van beleid. Participatie voorkomt daarnaast verrassingen later in het proces, doordat mensen hun zorgen, wensen en ideeën al in een vroeg stadium kunnen inbrengen. 

Participatie zorgt voor meer binding tussen de burger en de politiek

  • Als mensen mogen meepraten en meebeslissen over zaken die hen aangaan, voelen ze zich meer verbonden met de volksvertegenwoordigers die over hen besluiten. 

Participatie moet en hoort

  • Besluiten van overheden kunnen grote invloed hebben op mensen. Daarom is het wenselijk dat elke burger in een democratie het recht heeft om mee te praten. En het recht heeft om gehoord te worden (art. 3:2 Algemene wet bestuursrecht).

Participatie is niet het creëren van draagvlak. Het is niet de bedoeling dat je met een participatieproces probeert mensen te overtuigen van een besluit dat al genomen is. In zulke gevallen kan je beter kiezen voor een communicatie- en informatiecampagne.

Bij participatie gaat het erom dat de overheid écht wil luisteren naar wat mensen vinden. Draagvlak kan daar wel uit voortvloeien. Bijvoorbeeld doordat belanghebbenden zich gehoord voelen en zich kunnen vinden in het resultaat. Dat kan de implementatie van beleid vergemakkelijken en beter laten aansluiten op de leefwereld van de betrokkenen.

Hoe begin je met participatie?

Voordat je begint met een participatietraject, is het handig om een werksessie te organiseren met je projectteam. Tijdens deze sessie kun je gezamenlijk bepalen welke rol participatie speelt in het project en welke ambitie je ermee hebt. 

Samen met je beleidscollega’s sta je stil bij onder andere de volgende vragen:

  • Wat is de precieze inhoudelijke opgave waar participatie aan moet bijdragen?
  • Wat is de ambitie voor participatie in een specifiek project?
  • Welke participatieaanpak past het beste bij het onderwerp?
  • Hoe is de wisselwerking tussen de participatiemomenten en mijlpalen van het project?

Voor meer informatie en tips over de opzet van zo'n werksessie kan je gebruikmaken van de Handreiking Werksessie participatieaanpak: van ambitie tot vormgeving. Tijdens de werksessie kan je het bijbehorende format Bouwstenen participatieambitie invullen.

Het participatieplan opstellen

Na de werksessie kan je aan de slag met het participatieplan. Hierin beschrijf je duidelijk hoe de participatie eruit ziet, wat je met participatie wil bereiken, hoe je het gaat aanpakken en welke partijen je gaat betrekken. Bovendien geeft het plan aan welke bijdrage je vraagt van de verschillende partijen. En wat je met die bijdrage gaat doen in het vervolgproces. In het plan leg je ook verwachtingen en afspraken vast om misverstanden, teleurstellingen en discussie tijdens het participatieproces te voorkomen.

Wie zijn je stakeholders en wat zijn hun belangen?

Het opstellen van een participatieplan vraagt een zorgvuldige voorbereiding. Het is van belang dat je vooraf een goede analyse maakt van de betrokkenen of stakeholders. Wie zijn zij? Wat zijn voor hen belangrijke thema’s in het project? Welke belangen hebben ze? De handreiking Stakeholdersanalyse van het Kennisknooppunt Participatie kan je op weg helpen bij het beantwoorden van deze vragen. Ook op het Communicatiekompas vind je een aantal hulpmiddelen voor het voorbereiden en uitvoeren van stakeholders- en omgevingsanalyses.

Wil je meer tips en handvatten bij het opstellen van een participatieplan? Lees dan verder in de handreiking Participatieplan.

Communicatie en participatie

Participatie en communicatie horen onlosmakelijk bij elkaar. Een doordachte communicatiestrategie en communicatieaanpak kunnen sterk bijdragen aan een succesvol verloop van een participatietraject. Daarom mag een hoofdstuk over communicatie niet ontbreken in een participatieplan.

Het plan is zelf ook een communicatiemiddel. Het maakt voor iedereen binnen en buiten de projectorganisatie duidelijk hoe het participatieproces verloopt. En op welke manier participatie invloed heeft op de besluitvorming. Zo zien deelnemers aan de participatie wat er gebeurt met hun inbreng.

Heldere communicatie is belangrijk in alle fases in het participatietraject. Vanaf het ontwerp van het traject en de stakeholderanalyse tot en met de uitvoering en terugkoppeling naar deelnemers. Factor C kan je daarbij op weg helpen. Factor C is een werkwijze die beschrijft welke stappen je kan zetten om te komen tot de beste communicatie voor jouw project.

Rol van de communicatieadviseur in een participatietraject

Als communicatieadviseur kan je op verschillende manieren en momenten bijdragen aan participatie. Bijvoorbeeld door relevant onderzoek aan te dragen voor de stakeholders- en omgevingsanalyse. Of door advies te geven over de strategie: met welke boodschap en op welke wijze kunnen deelnemers meegenomen worden in het proces?

Vaak werkt een communicatieadviseur ook actief mee in het projectteam om te komen tot de juiste ondersteunende middelen. Door tijdig te bespreken waar behoefte aan is, kan je als communicatieadviseur een waardevolle rol spelen bij een participatieproject.

Inclusieve communicatie bij participatie

Een participatietraject levert de meest waardevolle inbreng op als je de juiste personen (of organisaties) weet te bereiken. Zorg ervoor dat ze op tijd weten hoe en waar ze kunnen participeren. En zorg ervoor dat je communicatie inclusief is. Zeker wanneer je burgers in je participatieproces wil betrekken. 

Richt je niet alleen op de actieve, zichtbare burgers, maar ook op minder zichtbare groepen. Denk hierbij aan jongeren, laaggeletterden, anderstaligen, mensen met een beperking en drukke (jonge) gezinnen. Maak voor iedereen duidelijk waarover zij in een participatietraject kunnen meepraten en meebeslissen. En waarover (juist) niet. 

Denk van tevoren goed na over de manier waarop je mensen uitnodigt voor een participatieproces. Verlaag de drempels die burgers ervan kunnen weerhouden om te participeren. De handreiking Het werven van burgers biedt tips om die participatiedrempels verlagen.

Voor meer informatie en verwijzingen naar relevante bronnen kan je terecht bij het Kennisknooppunt Participatie.


Deel deze pagina